Pizzamafia

 

Fictiedossier 5

Naam: Folkert Somhorst

Klas: 4T2

Docent: mevrouw Owel

 

‘Pizzamaffia’ door Khalid Boudou

 

1: zakelijke gegevens

Titel: Pizzamaffia

Naam auteur: Khalid Boudou

Jaar uitgave: 2007

Druk: 1e druk

Aantal bladzijden: 255 bladzijden

Uitgever:  Moon

 

2: Samenvatting

Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/70474

Als de eigenaar van pizzeria ‘Novara’ ontdekt dat er geld uit de la verdwijnt weet hij gelijk wie hij moet beschuldigen. Zijn compagnon en broer, Faris. Faris pikt de beschuldiging niet en er ontstaat een gigantische ruzie tussen de twee broers, waar de hele familie bij betrokken raakt. Als de eigenaar van de pizzeria ook nog eens ziek wordt, komt Brahim er opeens alleen voor te staan en krijgt hij de verantwoordelijkheid aangewezen over de pizzeria van zijn vader. Niet dat hij daar nog niet werkte, maar nu opeens moet hij alles runnen. Door dat het zo veel werk is om de pizzeria draaiende te houden gaat Brahim steeds minder naar school en als blijkt dat zijn ruziënde oom een nieuwere en mooiere pizzeria opent krijgt hij het al helemaal zwaar te voortduren. Brahim ziet dat er steeds minder klanten naar ‘Novara’ komen door dat de pizzeria van zijn oom alle klanten wegtrekt. De oorlog tussen de twee pizzeria’s is officieel begonnen en de beiden tenten proberen er zo veel mogelijk aan te doen om de strijd te winnen.

Als de eigenaar (Amar) van pizzeria ‘Novara’ ontdekt dat er geld uit de la verdwijnt,  gaat hij meteen iemand beschuldigen: zijn compagnon en broer, Faris. Hij pikt die beschuldiging echter niet en er ontstaat een grote ruzie tussen de broers, waar de hele familie bij betrokken raakt. Als klap op de vuurpijl krijgt Amar ook nog heel erg last van zijn reuma.  Hierdoor komt Brahim, een zestien jarige Marokkaanse jongen, en de zoon van Amar, er alleen voor te staan en krijgt verantwoordelijkheid voor de pizzeria van zijn vader. Hij had eerder maar een klein baantje bij de pizzeria. Hij bracht pizza’s weg samen met zijn neef, Iljas, die meestal ‘haas’ wordt genoemd.  Hij gaat in ieder geval veel spijbelen van school, . Als blijkt dat zijn ruziënde oom (Faris) een nieuwere en mooiere pizzeria ‘Melodia’ opent krijgt hij het al helemaal zwaar te verduren. Brahim ziet dat er steeds minder klanten naar ‘Novara’ komen; de pizzeria van zijn oom trekt alle klanten weg. De oorlog tussen de twee pizzeria’s is begonnen, wie de meeste klanten kan trekken. Haas maakt allemaal gemene plannetjes, om zo veel mogelijk klanten weg te halen bij ‘Novara’, die dan wel naar ‘Melodia’ moeten gaan. Ook komen er voetbalteams voor de pizzeria’s. Even lijkt alles goed te komen, maar als Alice, Brahim’s vriendin het met hem uitmaakt door Haas, flipt hij gaat naar een Chinees voor een pistool, en rijdt naar ‘Melodia’ waar Haas net aankomt. Hij ziet Brahim meteen, en scheurt even snel weg als dat hij gekomen is. Hierna volgt een spannende achtervolging, deels op de snelweg, waarbij Brahim, Haas tegen de vangrail aan beukt. Hierdoor heeft hij de kans om Haas neer te schieten, Haas legt echter zijn kant van het verhaal uit aan Brahim en hij bedenkt zich en gooit het pistool in een rivier.

Wat ik heb aangepast, is de opbouw van de zinnen, en daarna de samenvatting iets uitgebreid, want die was wel héél erg kort en mistte hele belangrijke punten uit het boek.

3: Over de auteur

Khalid Boudou werd op 1 oktober 1974 in Temsamane in Marokko geboren, en woont nu in Tiel.

Hij begon met gedichten schrijven, en zijn gedicht ‘De stemmendans’ won de El Hizjra-Literatuurprijs.
Boudou is echter meer bekend om zijn boeken ‘Het schnitzelparadijs’en de ‘Pizzamaffia’ waar dit verslag over gaat en het iets minder bekende boek ‘De president’. Ook voor zijn boeken heeft hi verschillende prijzen gewonnen. Inmiddels zijn de drie boeken hierboven verfilmd, en allen waren ze een bioscoophit.

Ook heeft hij een wekelijkse column op de BNR-radio.

4: Over het boek

A.                 Welke illustratie staat er op de voorkant van het boek? Leg duidelijk uit wat deze illustratie met het boek te maken heeft.

Op de voorkant zie je een pizzabezorger, de hoofdrolspeler Brahim was pizzabezorger.

B.                  Is het boek aan iemand opgedragen? Probeer erachter te komen wie het zijn en wat ze met de schrijver te maken hebben.

Nee, het boek is aan niemand opgedragen.

C.                  Wie is de hoofdpersoon/ wie zijn de hoofdpersonen? Waaraan merk je dit? Noteer de namen van de hoofdpersonen en beschrijf hun karakter. Gebruik hiervoor minstens twee positieve en twee negatieve karaktereigenschappen. Geef bij elke eigenschap een goed voorbeeld.

Brahim, een opzich normale jongen

Positief:

- Hij probeert zijn best te doen voor zijn vader

- Hij kon goed school met werk combineren.

Negatief

- Hij wil zijn doel hoe dan ook bereiken – hij spijbelt, strijd met anderen en vermoord bijna iemand

- Hij weet niet wanneer te stoppen.

Haas: ook opzich een hele normale jongen

Positief

- Hij kan goed met de meeste mensen omgaan

- Hij is sportief.

Negatief

- Hij weet niet wanneer te stoppen

- Hij is jaloers en verradelijk

D.           Beschrijf de plaatsen die voorkomen in het boek. Verklaar waarom de schrijver hiervoor gekozen heeft en wat ze met het verhaal te maken hebben.

Moeilijk, het speelt zich af in Nederland, maar een plaats word niet genoemd, wel gaan ze naar een school (die in het echt ook niet bestaat).

D.                 Staat het verhaal in een chronologische of niet-chronologische volgorde en wat maakt dit uit voor het verhaal? Op welke manieren heeft de schrijver dit verhaal spannend gemaakt? Welke trucs met tijd herken je in het boek? Noem tenminste drie trucs met tijd en geef bij elke truc een goed voorbeeld uit het boek.

Er is één hele belangrijke truc met de tijd; bijna het volledige einde kun je al lezen in het begin van het boek, de achtervolging word al beschreven, waarbij pas daarna een uitleg volgt waarom ze elkaar uiteindelijk achtervolgen.

Ook zijn er enkele terugblikken hoe het eerst is geweest.

E.                  Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven. Leg uit!

Het boek is geschreven vanuit een ik-perspectief, namelijk uit de ogen van Brahim.

F.                  Heeft het verhaal een open of gesloten einde? Leg ook dit uit.

Het boek heeft een gesloten einde, en duidelijk een happy end, eerst zijn er pagina’s vol spanning en achtervolgingen, en dan vanuit het niet sluiten ze vrede en dat was het dan. Het was zo spannend, en het voelde toch we als een anti-climax.

5: leeservaringen

Onderwerp

Het boek sprak mij zeer aan, het ging over criminaliteit, alles is alleen wel heel stereotypisch, en wat dat betreft (hoe de ‘buitenlanders’ met elkaar omgaan) wel heel fout en voorspelbaar, maar dat is misschien juist wel de genialiteit van het boek, soms is het gewoon grappig. Het verhaal heeft me niet aan het denken gezet, het boek is in grote lijnen voorspelbaar, maar juist die kleine details maken het boek toch net wat anders.

Gebeurtenissen

Het boek heeft genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien, en het verhaal valt nooit stil. Het gaat zowel over de gebeurtenissen als de gevoelens van de hoofdpersonen, en daar door voelt het geheel wel heel druk, maar dat maakt bij dit boek niet zo veel uit. De gebeurtenissen zijn niet herkenbaar, dat zou bij mij echt nooit gebeuren.

Personages

Ja, de hoofdpersoon, gaat echt voor je leven, maar nee, het is absoluut niet iemand die ik zou willen zijn, en het is al helemaal geen held. Alle personages veranderen door het verhaal heen.

Opbouw

Alles is logisch (afgezien van het begin). Alles klopt en loopt gewoon goed.

Taalgebruik

Er wordt veel ruwe en grof taalgebruik gebruikt, met af en toe een Marokkaans scheldwoord, of bedreigingen,  de meest gruwelijke zinnen worden als doodnormaal beschouwd. Toch leest het boek goed, fijn en makkelijk weg.

6 Leeservaringen

Zie de dikgedrukte woorden

Pizzamaffia begint met twee knetterende scootertjes. Met twee opgefokte pizzakoeriers die over de snelweg crossen. ‘Fok iedereen!’ De concurrentiestrijd tussen twee pizzeria’s is nu echt vuil geworden. - Door Thomas de Veen

Lekker en snel, dat is het boek van Khalid Boudou in de eerste plaats. Want het verhaal kent geen saai moment en het lekker overdreven turbotaaltje dat zijn hoofdpersonen spreken klinkt nergens nagemaakt of bedacht. En de woorden barsten van de energie, vooral op opgefokte momenten, zoals de beginscène: Brahim zit achter zijn neef Haas aan en binnenin hem is een beest losgelaten.

Broedertwist

Eerst is er nog niets aan de hand bij pizzeria Novara. Faris, de oom van Brahim, valt in als pizzabakker in het restaurant van zijn broer, die met rugklachten op bed ligt. Maar als er geld uit de kas verdwijnt, ontstaat er een grimmige ruzie tussen de broers. Faris stapt op en de 16-jarige Brahim moet nu ineens de zaak van zijn vader draaiende houden. Ondertussen begint Faris om de hoek een nieuwe pizzeria. Uit wraak.

Eerkwestie

Khalid Boudou, van het flitsend verfilmde Het schnitzelparadijs, schreef met Pizzamaffia zijn eerste jeugdroman. De ingrediënten zijn uitstekend: scherpe humor, scènes die je als een film voor je ziet (de verfilming is in de maak, hoera!), een belangwekkend actueel onderwerp en personages die de schrijver serieus neemt. Want de broedertwist was een eerkwestie. En over eer zijn de Marokkaanse pizzabakkers trots en emotioneel: ‘Met eer moet je niet fokken.’

Overlopen van adrenaline

Lekker en snel dus, maar het gáát ook ergens over. Boudou schrijft over een puber die probeert zijn kop niet te verliezen in een chaotische, volwassen wereld. De concurrentiestrijd mondt uit in een heftige pizzaoorlog. Pizzamaffia is daardoor niet echt subtiel, maar dat is geen probleem. Met zo’n opgefokte hoofdpersoon en zulke gevoelige thematiek moet het ook wel overlopen van de adrenaline. Boudou is als een pizzabakker die zijn vak verstaat én serieus neemt: hij bereidt met liefde en zorg iets waar veel mensen van smullen. Respect!

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb